Racekalender Autosportnieuws YouTube Rob Gilhuis SR-Racing Team Home Autosportnieuws 8 Vrij “Ik weet nog niet of ik vrijdag vrij ben, maar zo ja, dan kom ik samen met Gijs en nog een buurman naar Zandvoort.” dat was in het kort de strekking van het bericht van Dick. Voor alle zekerheid gaf ik het tijdschema door, want niets is zo vervelend als op het circuit aankomen en dan bemerken dat je grote favoriet net gereden heeft. Sluier Als een grauwe sluier lag de mist over het circuit. Gelukkig was die niet zo dicht dat er niet op tijd gestart kon worden. Om klokslag negen uur reed de E30-klasse de vochtige baan op om na twintig minuten gevolgd te worden door de toer- en B18-klasse. Acht deelnemers telde de inschrijflijst voor de B18-klasse voor deze finalerace, waarvan Nico en Dirk van Vuure de vrije training aan zich voorbij lieten gaan. Gerard, Vivienne, Erik, Dirk Bonder en SR ‘gastrijder’ Remco de Beus reden samen met de ‘oranje 228’ hun verkennende rondjes over het vochtige en listige asfalt. Taktiek Bij binnenkomst controleerde Jan de bandenspanning maar die was na mijn vijf rondjes in de vrije training zo goed als ongewijzigd gebleven. Dirk Bonder had het meest geprofiteerd van de langzaam opdrogende baan. Met een tijd van 2:14:535 in zijn zevende en laatste ronde was hij tot dan de snelste van de B18-rijders. Niet echt wat je noemt een wereldtijd, maar meer – of moet ik eigenlijk minder zeggen - zat er op dat moment niet in. Ik dacht na over de kwalificatietraining; de baan oprijden zou me een paar minuten kosten, de langzamere deelnemers uit de toerklasse zouden me wat tijd kosten tijdens mijn snelle rondes. Het was me duidelijk. Ik moest proberen vooraan bij de vooropstelling te staan, zodat ik meer tijd op de baan was en ongehinderd mijn snelle rondes kon rijden. Ik bracht Jan op de hoogte van de gewijzigde aanpak. Er hoefde niet getankt te worden, er zat nog brandstof genoeg in. Zodra de E30-klasse met hun kwalificatie was begonnen, parkeerde ik de ‘oranje 228’ op de derde plaats op de vooropstelling. Dat was straks in ieder geval een extra rondje in de kwalificatietraining. Top Dick, Gijs en Teun waren mooi op tijd en zagen de ‘oranje 228’ de baan oprijden voor de kwalificatietraining. Terwijl de andere B18-rijders nog op paddock stonden te wachten, ging bij de ‘oranje 228’ na de Tarzanbocht direkt het gas erop. Het asfalt was inmiddels droog gereden en een waterig zonnetje had de mist opgelost. Ideale omstandigheden voor de finalerace. De eerste getimede ronde leverde meteen een 2:12 op. Dat was een veelbelovend begin. Toch had ik het gevoel dat het nog sneller kon. Pats! De laptimer gaf een 2:11 aan voor mijn tweede getimed ronde. Mijn taktiek wierp z’n vruchten af. Ik had vrij baan voor en achter me. Ik kon me de tijd niet heugen dat ik zo snel in de kwalificatie was geweest. Ook mijn derde ronde was weer een 2:11 en ik zag de andere B-18 rijders nog niet in mijn spiegels verschijnen. Kleven Hoe ik probeerde, ik bleef nu constant 2:11 rijden. Als ik nog sneller wilde, moest ik iets anders proberen: Gebruik maken van de slipstream van een snellere deelnemer of zoals dat in goed Nederlands heet; bumperkleven. De keuze viel op de E30, die op het rechte stuk naar me toe reed. Vlak voor de Tarzanbocht haalde hij me in en … verremde zich spontaan. Rokende banden trokken een spoor op het asfalt. Ik stuurde erom heen en daarmee kon dit experiment als mislukt worden beschouwd. Startopstelling In mijn vijfde ronde had ik mijn persoonlijk snelste ronde; 2:11:553, gereden. Daarmee was ik bijna een halve seconde sneller dan Vivienne, die deze keer niet verder kwam dan een 2:11:909 en een zevende plaats op de startopstelling. Met een 2:08:820 was Gerard een fractie sneller dan Nico (2:08:914), terwijl Remco, Dirk en Dirk Bonder de plaatsen drie, vier en vijf bezetten met respectievelijk 2:10:150, 2:10:196 en 2:10:258. Die lagen dus afgerond binnen één tiende van elkaar. Erik Zijlstra reed een keurige 2:16:450 en sloot het B18 startveld. Uitvalbeurt Lang kon ik niet van mijn zesde (start-)plaats genieten, want nog voor de Tarzanbocht had Vivienne orde op zaken gesteld. Wel kon ik Erik voor blijven. De langzamere deelnemers uit de toerklasse lieten zich gewillig inhalen. Ik wilde er weer één aan de binnenkant van de Hugenholzbocht voorbijgaan, toen er met een gele vlag gezwaaid werd. Ik zag een spiegel op de baan liggen. Dat was er een van een B18. Tegelijkertijd zag ik Gerard aan het eind van de bocht van de baan af hobbelen. Had die een lekke band? Wat was er gebeurd? Lang tijd om na te denken had ik niet. De race ging door en ik was nu weer zesde. Als nu de vlag zou vallen, betekende dat pole postion straks voor de tweede race. (On)vermogen Inmiddels was ik in het middenveld van de toerklasse aangekomen en het inhalen werd lastiger. Mijn rondetijd ging naar 2:14. Ik werd opgehouden, dat was wel duidelijk. Het lukte me wel er steeds half naast te komen, maar voor een ‘nette’ inhaalactie kwam ik vermogen tekort en om me er nu met wat ‘duwen en trekken’ langs te wurmen ging me wat ver. Misschien dat een blauwe vlag van de baanpost uitkomst kon bieden, want deze rijders uit de toerklasse waren zo met elkaar in gevecht gewikkeld, dat ze geen oog voor die auto uit de andere klasse achter zich hadden. Helaas gold dat ook voor de baanposten, die het onderlinge gevecht in de toerklasse aandachtig volgden, maar verzuimden met een blauwe vlag ruim baan voor de ‘oranje 228’ te ‘vragen’. Rommel op de baan en een oliespoor bij de S-bocht betekende code 60 en even later het voortijdige einde van de race via de rode vlag. Schade De schade aan Gerard’s auto was enorm. De hele rechter zijkant zat in elkaar. De rechter zijruit lag eruit en het glas lag in de auto. “Remco en ik waren met elkaar in gevecht en vlak voor de Gerlachbocht reed er voor ons een deelnemer uit de toerklasse. Waarschijnlijk had hij ons niet gezien. Remco ging in de Hugenholzbocht binnendoor en ik wilde buitenom, maar waarschijnlijk schrok die zo van Remco dat die naar buiten stuurde. Hij duwde me zo tegen de baanafzetting, de bandenstapels aan. Ik kon geen kant meer op.” zo luidde het relaas van Gerard. Met man en macht werd er aan de B18 met startnummer 223 gewerkt om die voor de tweede race weer rijklaar te krijgen. Volgens mij was dat onmogelijk, maar ik had het bij het verkeerde eind. Pole position Terwijl ik de ‘oranje 228’ op de eerste startplek neerzette, zette Gerard zijn gehavende B18 op de zevende startplaats. Het rode licht ging aan en na een paar seconden uit. Ik voelde de achterbanden zoeken naar grip, hield het gas erop en de ‘oranje 228’ schoot van zijn plaats. De naald van de toerenteller tikte de 7000 toeren aan, de versnellingspook ging van 1 naar 2 en naast mij stoven de zes andere B18’s er voorbij. Ik had zo’n vijftig meter op kop gereden. De tweede race was min of meer een kopij van de eerste race, zij het dat er in deze race geen uitvallers te noteren vielen. Gerard klom op naar de tweede plek en Nico stelde met een overwinning zijn kampioenschap in de B18-klasse bij de DNRT veilig. Humor Een paar dagen later volgde de finalerace bij de DRDO. De omstandigheden waren duidelijk anders met ruim tweeëntwintig graden op de thermometer. Aangezien de Federals zo goed als versleten waren, stond de ‘oranje 66’ op de Toyo banden. Om de laatste race nog met nieuwe banden te starten vond Jan wat overdreven. De man van de technische keuring had er echt zin in. “We hebben deze keer meer licht op de baan.” merkte hij op terwijl hij mijn auto voor de vijfde keer dit seizoen controleerde. “O ja? Staan er dan meer lichtmasten langs de baan?” vroeg ik, want van de afsluitende avondrace van vorig seizoen, die was aangekondigd als het Singapore van de DRDO, herinnerde ik me nog enkele donkere plekken op de baan. “Nee, er rijden nu meer auto’s op de baan.” antwoordde de keurmeester droogjes. De auto was goedgekeurd. Met verbaasde blik stapte ik in. Training Het doel van deze dag was simpel. Met de Toyo’s was een trainingstijd van 2:11 mogelijk. Dat had ik bij de DNRT bewezen. Daarmee zou ik iets meer naar voren kunnen starten. Bovendien stond er van het vorige seizoen een persoonlijk record in het donker van 2:23:711 in de boeken en dat moest natuurlijk verbeterd worden. De vrije training werd gebruikt om alles op bedrijfstemperatuur te krijgen; banden, olie en de koelvloeistof. Terwijl Jan de bandenspanning controleerde, reden de andere deelnemers de baan op voor de kwalificatietraining. Met nog vijftien minuten op de klok reed ik de baan op voor mijn kwalificatie. Het was al wat rustiger en ik had slechts twee snelle ronden nodig. De eerste ronde ging in 2:18:465. Toen volgde een 2:14. Voor mijn gevoel reed ik op de limiet, die 2:11 leek verder weg dan ooit. 2:13:785, weer een ronde gereden en nog altijd twee seconden langzamer. De tijd tikte gestaag weg. Er was iets minder dan vijf minuten over van de kwalificatietraining. Dan maar een rustig rondje en een laatste vliegende ronde, net als de vorige keer. Ook deze poging strandde met een tijd boven de 2:14. Met dezelfde set-up als een paar dagen daarvoor kwam ik nu om onbegrijpelijke reden niet verder dan een 2:13:785 en stond 26e op de startopstelling, voor de Formido Suzuki Swift van Stan van Oord en de Seat Ibiza van Ruud Luttik. Zou de buitentemperatuur dan zo’n grote invloed hebben? Meteo Terwijl de Formule 1 teams de beschikking hebben over hun eigen weerstation, moet de ‘oranje 66’ het doen met een vakkundige blik naar boven. Het KNMI had voor deze dag lichte regen in de avond voorspeld en inmiddels was het dicht getrokken. Vaak ging het dan wel regenen, maar bleef het droog in een smalle strook langs de kust. De regen viel meer landinwaarts. Dat kwam door de luchtstromen boven het warme zeewater en het koele land of omgekeerd. Blijkbaar golden die natuurwetten vandaag niet want, terwijl ik op de vooropstelling stond te wachten, vielen de eerste druppels. Niet hard, maar hard genoeg om het asfalt donker te doen kleuren. In het donker, op een natte baan. Dat betekende in ieder geval weer een nieuw persoonlijk record. “Het kan glad zijn hè.” waren de laatste opbeurende woorden waarmee Jan zijn coureur de baan opstuurde. Records Ik reed naar de startopstelling en schakelde de GoPro camera in voor de nodige onboard camerabeelden. Dit waren de omstandigheden waarom ik speciaal de lichtgevoelige Black Edition had aangeschaft. Zelfs bij minimaal licht zou die nog goede opnames maken. Bij de start werd ik direkt ingehaald door de Swift en de Ibiza. Die rijders hadden op de halfnatte baan duidelijk meer vertrouwen of beschikten over een groter budget aan sponsorgelden in geval van een eventuele schade. Na een half rondje zag ik de Volvo van Marcel Roeleveld in de grindbak bij de Wilgenhaeghebocht staan. Problemen met de koppeling was de verklaring achteraf. Een paar ronden later kwam ik een M3 tegen, ook in het grind. De ruitenwissers stonden weliswaar op de intervalstand, blijkbaar waren de omstandigheden toch verraderlijker dan je zo op het eerste gezicht zou zeggen. In het donker kon je niet goed zien hoe hard het regende en ook was niet goed te zien hoeveel spray er van de banden af kwam, een maatstaf voor de hoeveelheid water op het asfalt. Ik nam de gok niet en reed beheerst de race uit. De ‘oranje 66’ finishte als 24e, met een snelste ronde van 2:26:948, een nieuw persoonlijk record voor een natte baan in het donker. Ook had ik nog zes deelnemers achter me gehouden en had met een totaaltijd van 1:32 tijdens deze race, de snelste pitstop in de Specialklasse gemaakt. Donker Het was gestopt met regenen en het asfalt kleurde grijs. Dat betekende dat de tweede race op een droge baan zou worden verreden en dat ik kon proberen mijn snelste tijd van het seizoen ervoor te verbeteren. Ik mocht weer vanaf de 24e plek starten. De onboard camera was tijdens de eerste race spontaan gestopt. Waarschijnlijk omdat de batterij leeg was. Ik had de batterij door een nieuw exemplaar vervangen en in het donker drukte ik op de opnameknop. Ik hoorde drie piepjes en zag tegelijkertijd driemaal het rode opnamelampje knipperen. Dat was het. Nogmaals drukte ik op de opnameknop en weer reageerde de camera hetzelfde Ik vermoedde dat ik bij het wisselen van de batterij per ongeluk de fotostand had geselecteerd in plaats van de filmstand en nu in het donker kon ik onmogelijk zien hoe ik dat moest veranderen. Ik besloot het maar zo te laten. Dan maar geen beelden. De baan was nu toch droog dus veel spektakel zou er niet te beleven zijn. Sneller De Swift van Stan van Oord ging me bij de start wel voorbij, maar ik kon goed in het spoor blijven. Het pit window ging open en Stan ging gelijk naar binnen. Andere deelnemers volgden en de ‘oranje 66’ klom op naar de 16e positie. Toen was het mijn beurt voor de verplichte stop. Ondanks dat die met 1:27 nog iets sneller ging dan in de eerste race, hervatte ik als 22e de race en op die positie reed ik tot aan de finishvlag. Niet alleen mijn pitstop was sneller, ook mijn rondetijd van 2:16:019 betekende een verbetering van mijn persoonlijk snelste ronde in het donker met ruim 7½ seconde. In het eindklassement van de Specialklasse eindigde ik dit seizoen op de 17e plaats, met daarbij de kanttekening dat ik voor de DRDO niet op Zolder en Assen in actie kwam, waardoor ik kostbare punten miste, en dat ik het met de 318TI op moet nemen tegen voornamelijk 130i’s en 325’s, auto’s met duidelijk meer vermogen. Firmware Eenmaal thuis aangekomen schakelde ik de GoPro camera in. Terwijl die drie keer piepte en het opnamelampje knipperde, las ik op de display “Full SD”. Niks per ongeluk in het donker de fotostand geactiveerd. Het 64Gb micro SDXC kaartje was gewoon vol. Een dag later aan de computer aangesloten om de beelden over te zetten, was de melding veranderd in “No SD”. Het volle geheugenkaartje werd door de camera niet meer herkend. Hier ligt duidelijk nog wat werk voor de producenten van de populairste actiecamera, met bijvoorbeeld een update van de firmware. Met een adapter werd de micro SDXC kaart rechtstreeks in de computer geschoven en de beelden van de avondrace overgezet. Ze gaven een goede indruk hoe het is om bij kunstlicht te racen. 64Gb aan opnames over het hele seizoen. Hoeveel dat precies in tijd is weet ik niet, maar het moet toch mogelijk zijn daar een pakweg drie minuten durend filmpje van te maken? DJ228 2:10 en een beetje; Als je ‘een beetje’ definieert als ruim anderhalve seconde, dan heeft de ‘oranje 228’ z’n doelstelling voor de finalerace gehaald. 2:11:553, Niet eerder ging het dit seizoen zo snel, maar vroeger … Was toen niet alles beter? Zelfs de muziek was toen zo goed dat je nog regelmatig een stukje terug hoort in de hits van dit moment. DJ228 vond “Play Hard” van ‘David Guetta ft. Ne-Yo & Akon’ toepasselijk om het raceseizoen 2013 mee af te sluiten. Het zat niet altijd mee, het was hard werken maar het was toch vooral weer een seizoen met een boel plezier, dat hopelijk volgend jaar, in 2014 weer een vervolg gaat krijgen.