Racekalender Autosportnieuws YouTube Rob Gilhuis SR-Racing Team Home Autosportnieuws 8 N207 “Ter hoogte van de A4 is de N207 afgesloten voor al het doorgaand verkeer richting Hillegom” zo luidde de tekst op het mededelingenbord van Rijkswaterstaat. Ik reed bij Alphen en vond omrijden over de N11 geen optie. Er zou toch nog wel een omleidingroute aangegeven worden voor de mensen daar uit de buurt? Ik nam de gok en werd vlakbij de kruising met de A4 omgeleid over Nieuw-Vennep. Ik volgde de gele bordjes met een “A” en kwam na de A4 gepasseerd te hebben weer keurig terug op de N207. De brug voor Hillegom vormde het laatste obstakel op weg naar mijn eerste avondrace, de finalerace bij de DRDO. Licht Met koplampen stond de ‘oranje 66’ klaar. Bertus en Chris, de race-engineers van Nico en Gerard zouden mij bijstaan in de finalerace bij de DRDO. De verlichting van de auto werd goed bevonden door de keurmeesters. Op de paddock zag ik een lichtmast met een generator staan. Rondom het circuit zag ik verder weinig lampen. Zouden die nog moeten worden neergezet? Dit leek niet op de F1 van Singapore. Dit zou gewoon racen in het ‘donker’ worden … Schemer Bij de rijdersbriefing werden op een plattegrond van het circuit de plaatsen van de lampen aangeduid. Verspreid over de baan, bij belangrijke punten, stonden de lampen opgesteld. Voor de rest waren de coureurs aangewezen op de verlichting van de auto. Ook werd nog aandacht gevraagd voor de periode vlak na zonsondergang. Volgens de wedstrijdleiding was dat de periode waarin vaak ongelukken gebeurden, omdat in het schemer het contrast tussen asfalt en grintbak vervaagde en alles min of meer dezelfde grijstint – één van de vijftig - kreeg. De vrije training en de tijdtraining werden in het daglicht afgewerkt. Terwijl de zon in de Noordzee zakte werd de eerste race gestart. Halverwege viel de schemer in. Dit was het kritieke punt in de race … In het schemer gingen de rondtijden langzaam omhoog. Een paar keer miste ik een rempunt, maar een uitstapje in de grintbak zoals de vorige keer bleef me bespaard. Ook andere deelnemers maakten geen fouten en hielden hun bolide binnen de witte lijnen. Duister Ondanks de verlichting op de belangrijke punten waren er toch nog donkere stukken. Het Scheivlak lag in de schaduw van een bossage en op weg naar de S-bocht keek je in het licht dat bij de Slotemakersbocht stond opgesteld. Ook mijn koplampen gaven weinig licht, te weinig om er profijt van te hebben. Een verlichtingsbalk met verstralers zoals die op rallyauto’s voor avondproeven wordt gemonteerd was achteraf misschien beter geweest. De tweede race vond geheel in het donker plaats. De rode startlampen waren in het donker goed zichtbaar. Dat was geen probleem. Anders lag dat bij de vlaggen en dan met name de blauwe. Waren die voor de rijder al moeilijk zichtbaar tegen de zwarte sterrenhemel, de vraag was hoe de baanpost nou kon zien of de deelnemer achter je een snellere deelnemer uit een andere klasse was of gewoon iemand met wie je om een positie streed? In mijn binnenspiegel leken al die koplampen tenminste verdacht veel op elkaar … Zandvoort by Night Tijdens het schemeren was er niets gebeurd, maar in het donker imiteerde de Chevrolet mijn grintbak van de vorige keer. Ergens hoog in de Tarzanbocht stond die, muurvast. Waarschijnlijk had ook hij gehoord dat je er via de bovenkant uit kon rijden. Had hij nou maar mijn vorige verslag gelezen, dan had die wel beter geweten. De sleepwagen kwam op de baan en de vlag met ‘code 60’ kwam te voorschijn. Toen werd ik me bewust van het volgende feit dat racen in het donker iets anders is dan racen met je ogen dicht. De dashboardverlichting deed het niet! Op racesnelheid is dat geen probleem, dan schakel je op gehoor, en als je dan wat toeren laat liggen, is dat niet zo heel erg. Maar als je niet harder dan zestig mag rijden dan moet je toch de wijzer van je snelheidsmeter, in de volksmond kilometerteller genoemd, kunnen zien. Gelukkig duurde de code 60 slechts twee ronden en kon ik ook nog mijn verplichte pitstop met een minuut stilstand maken.. Om te berekenen of ik over een ronde niet te snel was geweest, zou er hogere wiskunde aan te pas moeten komen en zo hoog schatte ik de organisatie niet in. Apart Uit eigen ervaring weet ik nu dat racen in het donker iets totaal anders is. Het is niet met het normale racen te vergelijken. Ondanks de baanverlichting en de koplampen voegt het donker een extra moeilijkheid aan het racen toe. Het vergt nog meer concentratie en vertrouwen. Met een snelste ronde van 2:23:711 ben ik na de eerste keer dan ook wel tevreden, maar kom ook tot de conclusie dat er nog ruimte is voor verbetering. Als de gelegenheid zich volgend jaar weer voordoet, ben ik zeker van de partij. Ik weet nu uit ervaring welke details belangrijk zijn. N208 Nog maar nauwelijks van de finale bij de DRDO hersteld, stond een paar dagen later de finalerace bij de DNRT op het programma. Ik dacht goed opgelet te hebben en meende dat ik ’s ochtends vroeg wel via de N208 door Hillegom naar Zandvoort kon. Helaas. Na de omleiding van de N207 mocht ik nu de gele bordjes met een “K” volgen voor de omleiding van de N208. Tegen 07:00 uur stond ik bij Ria aan de inschrijftafel voor de bekende plichtplegingen, inschrijven, licentiecontrole en natuurlijk betalen. Bertus had de auto vrijdags al naar het circuit gebracht. Ik haalde hem uit de pitbox en reed naar de technische keuring waar het zo vroeg nog lekker rustig was. Geen opmerkingen en ik werd succes gewenst tijdens de laatste race van dit seizoen. Sper “Weet jij dat jouw auto geen sperdifferentieel heeft?” met die vraag meldde Bertus zich in de pitbox, waar ik na de technische keuring weer was teruggekeerd. “Toen ik de andere banden monteerde, de Toyo’s, merkte ik dat de wielen onafhankelijk van elkaar draaiden. Ik dacht dat iedereen met een sper reed, maar jij dus blijkbaar niet.”  “Nee, ik heb het er wel eens met Jan over gehad, maar het is er eigenlijk nooit van gekomen. Ook zonder sper heb ik 2:10 gereden, dus echt noodzakelijk lijkt het me niet.” “Mwah, het scheelt niet veel, da’s waar, maar alle kleine beetjes helpen. Gerard en Nico hebben er in ieder geval wel één.” Droog rijden Tijdens de vrije training lag de baan er nog vochtig bij, maar de deelnemers in de diverse klassen zorgden ervoor dat er voor de tijdtraining een droog spoor gereden was. Het gevecht om de startposities kon beginnen. De zeven B18’s waren ingedeeld bij de achtentwintig rijders uit de toerklasse. Met een 2:13:770 nestelde de ‘oranje 228’ zich op de zesde stek, slechts twee tiende achter Dirk van Vuure en een volle seconde achter Vivienne. Debutant Robert Kok moest duidelijk nog wennen aan het B18 geweld en kwam niet verder dan een 2:26:956. Kijken, kijken Inmiddels had zich ook wat familie achter de hekken geschaard; Roland met zoon Kyano, Ruud, Joke, Regina, Carlo en hun dochters Louise en Rosalie. Zij wilden nu wel eens met eigen ogen zien hoe het er op zo’n racedag aan toe ging. Start Aangezien Dirk van Vuure moeite had links en rechts uit elkaar te houden, stond hij na de opwarmronde op de startgrid ineens voor me, in plaats van naast me. Robert maakte dankbaar gebruik van de open gevallen plek en sloot achter startnummer 217, Dirk Bonder aan. Zo stond ik niet op P34 maar op P36 en was ineens de laatste auto op de startgrid. De toerklasse startte eerst waarna de zeven B18’s op de Tarzanbocht afstoven. Vanaf mijn startpositie verloor ik geen plaatsen, maar maakte ook niets goed. Dat duurde slechts een halve baan. Toen was ik Robert voorbij en kon ik het duel tussen Vivienne en Dirk op gepaste afstand volgen. Brokkenpiloot Ze reden zij aan zij. Het was regelmatig stuivertje wisselen tussen die twee en ik vroeg me af hoelang het goed zou gaan. In ronde vijf, bij de Kuhmobocht, ging het mis. Ik kon niet goed zien wat er precies gebeurde, maar ik zag het gras door de lucht vliegen en Vivienne viel bijna stil. Ik reed er voorbij en zag ze in mijn achteruitkijkspiegel de pit ingaan. Ik lag nu vijfde. Zou Dirk ook schade hebben opgelopen? Een ronde later kwam Vivienne uit de pit, vlak voor mij de baan weer op. Ze had een ronde achterstand, maar wilde mij desondanks niet voorbij laten. Ik drong nog even aan, maar had geen zin onnodig schade te rijden. Misschien kwamen we Dirk onderweg nog tegen? Geluk(t) Dirk had geen schade opgelopen en reed de race normaal uit. Met een 2:12:397 was ik best tevreden. Na de eerdere pech van een gebroken uitlaat en een grintbak had ik nu zonder sper mijn snelste rondetijd dit seizoen met maar liefst een halve seconde verbeterd. Aangezien de startvolgorde voor de tweede race werd omgedraaid, mocht ik vanaf de tweede plek starten. Geen pole, die was voor Vivienne. Dirk van Vuure stond gelukkig achter me. Links of rechts?. Voor mijn startpositie maakte het in ieder geval niet uit. Nog voordat de zeven B18’s de eerste keer de Tarzanbocht rondden, was ik mijn podiumplaats al kwijt. Ik kon alleen proberen aan te haken, maar ook dat lukte niet. De aanwezige supporters moesten genoegen nemen met een paar geslaagde inhaalacties op langzamere deelnemers uit de toerklasse aan het eind van het rechte stuk. Toch wist ik al rijdend in het niemandsland mijn rondetijd nog wat scherper te zetten; 2:12:347, een verbetering met exact vijf honderdste. Daarmee was de finalerace ook echt een finalerace geworden en vormde die een toepasselijke afsluiting van het raceseizoen. Volgende keer Zoals gezegd zit het raceseizoen 2012 erop. Tien keer kwam de ‘oranje 228’ in actie, soms als startnummer 66. De uitdraai van de rollenbank ligt bij Nico. Hij gaat die vergelijken met die van zijn auto om te kijken of er een verschil in vermogen is tussen onze auto’s. Ik duik zelf de komende maanden eens in mijn archief van rondetijden om te zien of ik een oorzaak kan vinden van de ietwat tegenvallende rondetijden. Natuurlijk is 2:12:347 niet slecht, en het ging ook iedere keer wat beter, maar als je eerder 2:10, 2:11 hebt gereden dan wil je dat weer. En om echt competitief te zijn, zou ik dat nu ook moeten rijden. Alleen dan kan ik in de buurt blijven van Gerard, Vivienne en de anderen. Het herstel van Jan gaat gelukkig voorspoedig. Volgens verwachting is hij er het volgende seizoen, in 2013, weer gewoon bij. Wanneer dat seizoen van start gaat, weet ik niet. Wel dat ik weer ga meerijden bij de DRDO en DNRT en misschien, als de mogelijkheid er is, nog een keer vrij rijden op Spa Franchorchamps of de Nurburgring. De komende tijd ga ik me ook eens oriënteren in een camera voor ‘onboard’ beelden. Natuurlijk zijn de actiefoto’s leuk, maar met echte ‘racebeelden’ wordt het nog leuker. DJ228 2:12:347; Het lijkt misschien teleurstellend in vergelijking met andere jaren maar zo snel ging de ‘oranje 228’ het hele seizoen nog niet. Dus ging DJ228 weer op zoek naar een toepasselijke hittip en kwam terug met : “Always a Good Time” van Owl City featering Carly Rae Jepsen.  Tot 2013 ...