Racekalender Autosportnieuws YouTube Rob Gilhuis SR-Racing Team Home Autosportnieuws 7 Welkom Op de vertrouwde route naar het circuit bleek bij binnenkomst van Zandvoort op de rotonde een heus zandsculptuur te zijn gemaakt met de wervende tekst “Welkom in Zandvoort” erop. Zo voelde het ook bij de inschrijftafel van de DRDO waar Dillon Koster de administratieve en financiële afhandeling van mijn inschrijving verzorgde. Omgekeerd Na mijn rondjes op Spa Francorchamps had Jan de banden gekeerd, zodat het meeste profiel weer aan de buitenkant van mijn Federals zat. Dat was ook het geval met het ‘oude’ rubber, dat ik er in de vrije training eerst af moest rijden om nog enigszins acceptabele rondetijden neer te kunnen zetten. De competitie zou deze keer van Dirk van Vuure in zijn B18 moeten komen. Veranderingen Het was in Zolder voor het eerst geprobeerd en blijkbaar zo goed gegaan, dat nu ook in Zandvoort de maximumsnelheid in de pitstraat werd verhoogd van 20 km/u naar 40 km/u. Een andere verandering was de start. Geen gescheiden start meer zoals te doen gebruikelijk, maar gewoon alle auto’s op hetzelfde moment weg. Uiteraard werd de startopstelling wel per klasse gevormd, zodat alle deelnemers in een klasse bij elkaar stonden. De snellere dieselrijders waren het daar niet mee eens, want nu moesten zij de langzamere deelnemers uit de special klasse voor zich dulden, maar dat zou slechts voor een paar ronden het geval zijn oordeelde de wedstrijdleiding. Dan zouden zij er voorbij zijn als ze echt zo snel waren als dat ze dachten. Ongewijzigd bleef de startopstelling voor de tweede race. Ook nu weer zou die gebaseerd worden op de tweede snelste tijd in de tijdtraining en niet op de uitslag van de eerste race. De wedstrijdleiding legde dat uit als eerlijk voor het kampioenschap; als je de eerste race buiten je schuld was uitgevallen, dan hoefde je de verloren plekken de tweede race niet eerst goed te maken. Zo bleef de strijd voor het kampioenschap spannend. Onzin natuurlijk. Als je kampioen wilt worden moet je gewoon zorgen dat je de races uitrijdt en niet uitvalt. En als je wel uitvalt, is dat pech en kan je een inhaalrace rijden. Gummen Voor het instappen keek ik nog een keer naar de banden en de randen rubber die een klein beetje uitstaken. De opdracht was duidelijk: Dat moest eraf. Niet te netjes rijden, een beetje hard de bochten in vond ook Jan en dan zouden de banden in topvorm zijn voor de kwalificatie. Ik reed de baan op en niet veel later hoorde ik het geluid van loslatend rubber in de wielkasten en zag het in mijn spiegels door de lucht vliegen. Jan kon tevreden zijn over zijn rijder. Uitgekiend Bij eerdere kwalificaties was het me al eens opgevallen. Tegen het eind van de sessie werd het steeds rustiger op de baan. Blijkbaar begonnen de anderen dan al met het wedstrijdklaar maken van de auto, want de ene na de andere rijder parkeerde z’n bolide in de pit. Daar lag mijn kans. Als ik een snel rondje wilde rijden, moest ik niet teveel gehinderd worden door blauwe vlaggen, omdat er snellere deelnemers voorbij wilden. De klok op start/finish gaf nog zo’n vier minuten aan en ik had zojuist een 2:14:389 genoteerd. Ik voelde dat het sneller kon, maar het lukte niet zoals ik het wilde. Dan maar een soort uitloopronde om het materiaal af te laten koelen en dan nog één keer het gas erop. Er was precies tijd genoeg tot aan de vlag. De baanposten keken verbaasd naar de langzaam rijdende ‘oranje 66’ en waarschijnlijk nog verbaasder toen die zelfde auto een ronde later weer op volle snelheid langs raasde, maar mijn taktiek werkte; 2:13:192. Daarmee had ik me als 25e van de 29 deelnemers gekwalificeerd! Strijd Ik had geen strijd met Dirk van Vuure. Die reed onbedreigd weg aan de horizon. De strijd was deze keer met een Suzuki Swift, die me bij de start voorbij gegaan was. Ronde na ronde reden we als aan een touwtje. Hoe ik het ook probeerde, ik kwam er niet voorbij. Het pit window ging open en de Swift dook naar binnen. In de daarop volgende tien minuten moest ik bewijzen dat ik inderdaad sneller kon zonder die brede Swift voor mijn neus. Foutloos reed ik mijn vier ronden. Toen was het mijn tijd voor mijn verplichte stop. Zou het genoeg geweest zijn om voor de Swift weer op de baan te komen? Gat Ik keek in mijn spiegel. Terwijl ik de Tarzanbocht indraaide, passeerde de Swift start/finish. Deel één was gelukt. Ik was er voorbij. Nu kwam deel twee en misschien wel het moeilijkste: er voor blijven. Ik reed constant, 2:13, 2:14 en zag het gat met de achter mij rijdende Swift steeds groter worden. Met dank aan een paar uitvallers finishte ik op dezelfde plaats als waarvan ik gestart was; 25e en met een snelste ronde van 2:13:251 was ik maar een fractie langzamer geweest dan in de kwalificatie. Zonder meer een prima race. Ontgoocheld Jan en ik vulden de brandstof bij en veranderden verder niets aan de auto. Waarom zouden we? Het was de eerste race toch goed gegaan? Wel zou ik de tweede race achter de Swift moeten starten. Maar ach, wat maakte dat uit? Het eerste deel van race één had ik immers ook achter de Swift gereden en pas na de pitstop het verschil gemaakt. De werkelijkheid was anders. Ik kon de Swift na de start van race twee simpelweg niet volgen. Mijn rondetijden kwamen in deze race niet onder de 2:15. Ook na de verplichte pitstop kreeg ik de Swift niet in het vizier. Ontgoocheld reed ik de wedstrijd uit. Hadden die twintig minuten tussen de races me dan zo uit mijn ritme gehaald? Ook Jan moest het antwoord op die vraag schuldig blijven … Statistieken Een paar dagen later volgde het verslag van de DRDO van wat hun vijfde race van het seizoen was geweest. Daar zat ook een link bij naar de wedstrijdstatistieken. Ik keek er eens naar en het zag er heel professioneel uit; Niet alleen de gereden rondetijden per rijder, maar ook een sectoranalyse per rijder en de pitstoptijden. Het circuit was verdeeld in drie sectoren. Als je van jezelf de snelste tijd van iedere sector achter elkaar zette, kon je zo dus de theoretische snelste rondetijd berekenen. Noem het voor het gemak een foutloos rondje. Zo cijferend bleek mijn theoretisch snelste ronde voor race één 2:12:995 (werkelijk 2:13:251) te zijn en voor race twee 2:14:718 (werkelijk 2:15:347). Slechts bij een enkele rijder was de theoretisch snelste rondetijd gelijk aan de werkelijk gereden tijd. Een enkeling was er dus daadwerkelijk in geslaagd een ideale ronde te rijden. Maar er was nog iets anders dat me opviel … Plus een ronde Volgens het reglement duren de afstandraces bij de DRDO vijftig minuten plus een ronde. Ik weet dat coureurs niet zo goed ‘begrijpend’ kunnen lezen en reglementen, en dan vooral het technische reglement, door iedereen anders wordt uitgelegd, maar volgens mij wordt met een wedstrijd van vijftig minuten plus een ronde bedoeld dat je eerst minimaal vijftig minuten lang je rondjes rijdt en dat je daarna nog één laatste ronde ofwel een ´final lap´ rijdt. Stel dat de leider van de wedstrijd dus na 49 minuten start/finish passeert, dan moet die de ronde nog afmaken voor de vijftig minuten. En op het moment dat die dan start/finish passeert, zijn de vijftig minuten pas vol en gaat volgens mij dus de laatste ronde in, oftewel ‘plus een ronde’. In het meest ideale geval passeert de leider na 50:01 start/finish en rijdt dan nog een laatste ronde van 1:58. Daarmee zou de rijtijd van de winnaar dan totaal minstens 51 minuten en 59 seconden bedragen. In ieder geval altijd veel meer dan vijftig minuten dus. Verrassend om te zien dat op de overzichten de snelste M3’s voor de races van ‘50 minuten plus een ronde’ slechts 50 minuten en 44 seconden nodig hebben. Misschien moet ik Dillon weer eens om uitleg vragen … Super Race Weekend Half augustus, 16 en 17 augustus om precies te zijn, organiseerde de DNRT het bekende Super Race weekend, in de volksmond afgekort tot SRW. Bewust had ik dit meerdaagse evenement niet in mijn racekalender opgenomen. Ik heb ooit aan de allereerste versie van het SRW deelgenomen. Het mag dan voor de toeschouwer een waar spektakel zijn, met races van verschillende klassen die elkaar snel opvolgen. Wat mij nog altijd bijstaat is dat het voor de rijder toen vooral veel wachten was. In de loop der tijd zal de organisatie best verbeterd zijn en de wachttijden verkort, maar om daar blind op te vertrouwen, ging me wat ver. Ik wilde het eerst wel eens met eigen ogen zien. Toen ik zaterdag 17 augustus op het circuit ging kijken, waren van de bekende B18 rijders alleen Nico, Dirk en Vivienne van de partij. Geen Gerard Vleming, Dirk Bonder, Erik Zijlstra of Andre Onderwater. Zij waren ook de dag ervoor niet geweest wist Nico mij te vertellen. Na vrijdag een tijdtraining en drie races te hebben gereden, stond er voor die zaterdag alleen een warmup en een vierde afsluitende race op het programma. Bij elkaar opgeteld krap 45 minuten ‘track time’ voor die dag. En alleen daarvoor moet je dan zo’n dag naar het circuit terugkomen. Mocht het SRW volgend seizoen weer georganiseerd worden, dan zal het waarschijnlijk weer op mijn kalender ontbreken. DJ228 Die theoretisch snelste ronde is een leuke toevoeging voor de coureurs. Aangezien de drie sectortijden per rijder individueel worden genomen, laat het zien wat er op dat moment mogelijk zou moeten zijn. Het gaat er nu vooral om die ene perfecte ronde te rijden. Met die wetenschap èn in het achterhoofd dat in oktober de finaleraces bij de DNRT en DRDO zijn, de laatste kans dit seizoen een snelle ronde neer te zetten, heeft DJ228 weer een toepasselijke hittip gevonden; “Best I ever had” van ‘Gavin Degraw’. Nu moet het dan echt gebeuren … 2:10 en een beetje!!!